Gezelligheid kent een tijd
Stel, je werkt bij Camera/Studio, een lelijke bioscoop aan de Oudegracht in Utrecht. Je bent zelf een brede vent. En ook lelijk. De sneak preview begon om half tien en volgens de grote digitale klok in de foyer is het nu 21:31:36. Er komen drie jongens binnen, nog nahijgend van het harde fietsen, en ze zeggen dat er iemand uit de zaal komt voor de kaartjes. Dan zeg je die jongens natuurlijk, chagerijnig als je bent, dat je het prima vindt dat er iemand naar buiten komt met kaartjes, maar dat je niet weet of je ze wel naar binnen gaat laten. Je wijst naar de digitale klok. “Het is half tien geweest.”
Er komt iemand naar buiten met kaartjes en ondertussen komen er nog wat stelletjes aan met kaartjes voor de sneak. Natuurlijk scheur je die kaartjes zonder vragen en hou je de deur open voor die mensen zonder iets op te merken. Nu blijkt dat de jongens verkeerd geteld hadden en er een kaartje te weinig gekocht is. Aha! Nu heb je ze. “Nee, kaartjes zijn niet meer te krijgen. Jullie komen er niet in. Niet alledrie in ieder geval.”
Ja, je collega zit nog wel achter de kassa, er draaien immers nog meer films en daar kunnen nog wel kaartjes voor gekocht worden. Maar, nee, voor de sneak print hij geen kaartjes meer. Ze kunnen het natuurlijk gaan vragen, maar vergeet het maar.
Een van de jongens zegt: “Gaan jullie maar naar binnen.” Hij loopt naar buiten, naar de kassa, waar je collega hem nogmaals vertelt dat hij echt niet met z’n vriendjes en vriendinnetjes naar de film mag. Je lacht in je vuistje en denkt: “Mooi, mooi, weer iemand die hier nooit meer komt.”