Een heel slim jongetje
Vanavond zat ik met vader, moeder en zus in eetcafé De Hooykist. Ik at spare ribs en mijn moeder vertelde het verhaal van het slimme jongetje.
Toen ik een jaar of drie was schijn ik continu hebben lopen klagen dat ik zo moe was. Nou heb ik niet het idee dat dat ooit veranderd is, maar voor een driejarig jongetje is dat blijkbaar niet normaal. Ik ben toen medisch en psychologisch helemaal binnenstebuiten gekeerd en mijn moeder moest een tijdje later langskomen voor de uitslag. De dokter keek zeer ernstig en mijn moeder schrok zich al een hoedje. “Nou mevrouw, dat is een heel slim jongetje,” zei de dokter.
Nou, daar merkte ik dus mooi niet veel van, later deze avond. Ik zat in Utrecht op de fiets naar huis en voelde op de Biltstraat bij het laatste stoplicht voor mijn huis eens mijn linker broekzak. Hierin bewaar ik altijd mijn sleutels. Niets! Een lege broekzak! Ik dacht direct: “Sh*t, nou moet ik weer terug naar Oegstgeest (haha) om mijn sleutels op te halen. En dat kost me dan weer een retourtje.” De tassen die ik bij me had gingen al binnenstebuiten, maar ook daar geen sleutels. Dus ik bel mijn moeder. Nee, ze lagen ook niet op zolder. Maar waar waren ze dan?
En toen wierp ik een blik op mijn fiets, die onderuitgezakt tegen het stoplicht geparkeerd stond. Met mijn huissleutels, als altijd, aan dezelfde ring als mijn fietssleutels, in het slot.